Nieuws
Terug naar overzicht
08-08-2019
Wat is de beste optie certificeren van aandelen of toch stem recht loze aandelen ?
Een aandeel heeft in principe twee basisrechten: zeggenschap en financiële rechten. Soms zijn er situaties waarin zeggenschap niet gewenst is, zoals bij beursvennootschappen, maar ook in familiebedrijven. Voorheen bediende de praktijk zich bij familiebedrijven meestal van een certificering van aandelen in deze gevallen. Met de komst van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht (hierna: Flexwet) is daarnaast de mogelijkheid van stemrechtloze aandelen ontstaan[1].
Om de keuze tussen de twee (stemrechtloos aandeel of certificaat) te kunnen maken is het belangrijk om de kenmerken van certificaten van aandelen vast te stellen. Juridisch gezien is een certificaat een vorderingsrecht. Dit kan een vordering op economische voordelen betreffen, maar ook een recht op zeggenschap. Bij een certificering van aandelen worden de aandelen meestal ondergebracht in een STAK, oftewel een afzonderlijke STichting AdministratieKantoor. In ruil hiervoor geeft de STAK certificaten uit. De STAK is juridisch eigenaar van de aandelen, wat betekent dat zij alle aan de aandelen verbonden rechten uitoefent. De administratievoorwaarden bepalen de verhouding tussen de STAK en de certificaathouder. De opbrengsten op de certificaten worden door de STAK aan de certificaathouder uitgekeerd.
Bij de certificering van aandelen was het mogelijk om de aandelen “met medewerking van de vennootschap uit te geven”. Indien er medewerking is verleend, hebben de certificaathouders vergaderrechten. Sinds de Flexwet wordt er statutair bepaald of er vergaderrecht aan de uitgegeven certificaten is verbonden.[2] Aan de houders van certificaten die met medewerking van de vennootschap zijn uitgegeven, moest bij de eerstvolgende statutenwijziging het vergaderrecht in de zin van art. 2:227 BW worden toegekend. Bovendien moesten zij binnen een jaar na inwerkingtreding van de Flexwet de vennootschap schriftelijk verzoeken hen als vergadergerechtigden in te schrijven in het aandeelhoudersregister.[3] Voor de houder van certificaten van aandelen die na invoering van de Flexwet zijn uitgegeven is het niet meer van belang of de certificaten met of zonder medewerking van de vennootschap zijn uitgegeven, aangezien de statuten ten aanzien van het vergaderrecht leidend zijn.
Sinds de Flexwet is er ook de mogelijkheid tot het uitbrengen van stemrechtloze aandelen ontstaan.[4] Een aandeel moet ten minste een winstrecht of een stemrecht (of beide) bevatten.[5] De statuten kunnen bepalen dat aan de aandelen geen stemrecht is verbonden. Zoals de naam al verklapt, heeft de stemrechtloze aandeelhouder geen stemrecht. Iets dat ook met de certificering van aandelen kan worden bereikt. In de praktijk is echter gebleken dat er behoefte was aan een wettelijke facilitering van aandelen zonder stemrecht. Het certificeren van aandelen is namelijk niet in de wet geregeld.[6] In internationaal verband is het stemrechtloze aandeel meer bekend en is certificering juist moeilijk uit te leggen.[7] Aan de aandeelhouder komt wel het vergaderrecht toe, dus het recht te worden opgeroepen voor algemene vergaderingen, deze te mogen bijwonen en daar het woord te voeren. Dit schept de verwachting dat in de praktijk de behoefte aan certificering van aandelen zal blijven bestaan, aangezien in de statuten kan worden bepaald dat certificaathouders geen vergaderrecht toekomt. Deze certificaathouders hebben dan ook niet de andere rechten die de wet toekent aan certificaathouders met vergaderrecht.[8]
Beide systemen kennen voor- en nadelen. De één zal de ander dan ook nooit volledig uitsluiten. Zeker het feit dat het vergaderrecht bij de certificering van aandelen kan worden uitgesloten, kan in bepaalde gevallen gewenst zijn. Het is dus van belang dat de verschillen in ogenschouw worden genomen om de juiste afweging en keuze tussen deze twee opties te maken.
Terug naar overzicht